Onze laatste dag in Florida verliep anders dan we verwacht hadden. We zouden eerst met de watertaxi naar de oude stad varen, die ve rkennen - met de taxi terugkeren naar het nieuwe centrum en dan met de auto naar Sawgrass Mills, de grootste outlet-store (iets zoals Maasmechelen Village) van Florida rijden, vooral om de rest van Donalds vitamines in de GNC-winkel aldaar te vinden. En dat zou natuurlijk allemaal op wieltjes lopen.
Het begin liep prima: we kochten ons duur watertaxibiljet voor de dag, maakten met de taxi een tocht door de vele kanalen (wist je dat F.Lauderdale het Venetië van Florida genoemd wordt, en meer kilometers kanalen heeft dan Venetië?) en bewonderden de jachten en de chique villa's aan het water van een nieuwe reeks superrijken.
Tot Donalds (en mijn) grote ontzetting hadden wij ons kaartje van de stad in het hotel vergeten, en waren we totaal op onze intuïtie en herinnering aangewezen. In het begin liep dat nog: volg gewoon de toeristenstroom. Zo kwamen we in de meest onvoorstelbare zondagmorgenuitstap terecht die we hadden kunnen dromen. Rond de rivier was er juist een zondagmiddagbrunch met jazzmuziek bezig.
Hele families hadden zich op het gras neergeplant met een grote lading eten (hele frigoboxen vol, van de aperitiefhapjes bij de champagne over de hamburgers tot en met de voorraad desserts). Nog merkwaardiger was de onvoorstelbare collectie kleine hondjes dat daar ook aan het paraderen was. Nooit zoveel honden met baasje bij elkaar gezien!
Toen we na een lange omweg (geen kaart...) uiteindelijk in het nieuwe deel van de stad kwamen, bleken we daar in een Art Fair beland te zijn: een soort enorme kerstmarkt met allemaal uitstekende kunstkraampjes.
Op dat ogenblik begon het gemeen te regenen, iets wat we na al dat mooi weer niet voorzien hadden. We spurtten zo ongeveer naar de halte van de watertaxi, maar daar was geen abri voorzien - gelukkig hielden de bomen het water wat tegen. En toen de taxi aankwam, bleek hij niet aan de juiste haltes te stoppen (sorry for the inconvenience - it's only a 10 minutes' walk). Ik kan me niet voorstellen dat ze dat bij ons op de bus zouden zeggen.
En dan ging het de weg van Sawgrass Mills op - mooi afgelijnd op de kaart, die we inmiddels weer opgediept hadden. Dat deeltje van de stad was 'maar' 20 mijl ver, en - zelfs met gps!!! - kregen we bijna grijs haar (dwz: het werd nog war grijzer)voor we de juiste(!) ingang vonden. De parking van de outlet was immens met een zee van auto's, en het aantal winkels tart elke beschrijving: je hebt echt wandelschoenen nodig om er zonder pijnlijke voeten uit te komen. Maar goed, Donald heeft zijn vitamines gevonden en we hebben een beeld van het geheel gekregen, genoeg om ons zo snel uit de voeten te maken en in het donker thuis te arriveren.
Nu het weer omgeslagen is, hopen we dat we morgen de tornado's en stormen voor zijn, zodat het vliegtuig zijn weg naar België vindt!!!
zondag 6 maart 2011
zaterdag 5 maart 2011
Van St Augustine naar Fort Lauderdale
Onze terugtocht is begonnen: vandaag zijn we in een ruk van het noorden naar het zuiden gereden. Nou ja, die 'ruk' hebben we in beetjes gesplitst.
Onze eerste etappe ging naar Daytona, de plaats waar het strand zo breed en stevig is dat de auto's gewoon op het strand gaan parkeren. Dat hebben we zelf niet gedaan, aangezien we geen tijd hadden om te zonnebaden. En bovendien zat Daytona langs alle kanten vol met motorfietsen (en voor en achter ons op alle straten) voor de 'bike week'.
Op dan maar naar het Merritt Wildlife Refuge nabij Cape Canaveral, waar we voor de laatste keer goeiendag gingen zeggen aan de beestjes, groot en klein.
De 'bald eagle' zat hoog en droog op z'n nest om het spel te overzien. En de aligators lagen nog eens te zonnen (je zou denken dat die gasten niets anders te doen hebben).
En voor de laatste keer hebben we ook de mangrovenatuur in ons opgenomen.
Na dat wildlife-intermezzo zouden we naar Palm Beach spurten om het Flagler Museum te zien, en de optrekjes van de superrijken. Helaas, Florida is veel groter dan het er op de kaart uitziet; en bovendien worden de uitritten van de autobaan in straten en boulevards en avenues aangeduid - zodat wij plots vaststelden dat we Palm Beach al een tijdje gepasseerd waren...
Het weer is hier trouwens aan het omslaan. Bij onze aankomst in Fort Lauderdale stak er een stormachtige wind op, en kregen we een paar buien. Nu horen we op het nieuws dat er een tornado verwacht wordt in de streek die we amper 2 dagen geleden onder een stralende zon bezocht hebben. Het zal toch weer niet zo zijn dat ook Florida in alle staten geraakt omdat wij terug naar huis gaan?
Onze eerste etappe ging naar Daytona, de plaats waar het strand zo breed en stevig is dat de auto's gewoon op het strand gaan parkeren. Dat hebben we zelf niet gedaan, aangezien we geen tijd hadden om te zonnebaden. En bovendien zat Daytona langs alle kanten vol met motorfietsen (en voor en achter ons op alle straten) voor de 'bike week'.
Op dan maar naar het Merritt Wildlife Refuge nabij Cape Canaveral, waar we voor de laatste keer goeiendag gingen zeggen aan de beestjes, groot en klein.
De 'bald eagle' zat hoog en droog op z'n nest om het spel te overzien. En de aligators lagen nog eens te zonnen (je zou denken dat die gasten niets anders te doen hebben).
En voor de laatste keer hebben we ook de mangrovenatuur in ons opgenomen.
Na dat wildlife-intermezzo zouden we naar Palm Beach spurten om het Flagler Museum te zien, en de optrekjes van de superrijken. Helaas, Florida is veel groter dan het er op de kaart uitziet; en bovendien worden de uitritten van de autobaan in straten en boulevards en avenues aangeduid - zodat wij plots vaststelden dat we Palm Beach al een tijdje gepasseerd waren...
Het weer is hier trouwens aan het omslaan. Bij onze aankomst in Fort Lauderdale stak er een stormachtige wind op, en kregen we een paar buien. Nu horen we op het nieuws dat er een tornado verwacht wordt in de streek die we amper 2 dagen geleden onder een stralende zon bezocht hebben. Het zal toch weer niet zo zijn dat ook Florida in alle staten geraakt omdat wij terug naar huis gaan?
vrijdag 4 maart 2011
Saint Augustine
Op onze lange tocht tussen Apalachicola en Saint Augustine hebben we ons al voorbereid op de Amerikaanse geschiedenis door een langere stop aan het Olustee battlefield, een van de vele plaatsen van bloederige gevechten in de lange strijd om de heerschappij over Amerika. In dit geval was het een episode uit de burgeroorlog. Van de 10.000 man die de strijd aanvingen, werd een vijfde over de kling gejaagd.
Saint Augustine, de oudste -sinds 1566- 'blijvende' nederzetting in de States, is Spaans, Brits, nog eens Spaans, en ten slotte Amerikaans grondgebied geworden. De stad heeft dus van alles uit het verleden bewaard, en heeft daarmee een gepriviligieerde status in een natie die heel 'jong' is. De stad gaat daar duidelijk prat op en blijft het verleden uitbeelden in alle mogelijke vormen.
In het Castillo di San Marco, een nooit veroverd fort, spelen oude jongens dag na dag de geschiedenis na. Ze laten de busladingen schoolkinderen zien hoe de nederzetting vroeger verdedigd werd.
En op dezelfde aandoenlijke manier toont men een smid, een leerlooier, een houtbewerker, een rijker echtpaar met slavin uit de plantagetijden, een musketier, enzovoort. In heel het stadje dwalen figuren rond die zo uit de geschiedenis weggelopen zijn.
En zo hebben we zelf ook gezworven doorheen de Spaanse Quarters, die ons onweerstaanbare herinneringen uit onze kindertijd opleverden: een kolenkot bijvoorbeeld.
Al bij al liepen we uren rond door de geschiedenis van een oude 'Europese' stad met een mengeling van gerestaureerde Spaanse en Britse huizen, in smalle straatjes die zeer onkarakteristiek Amerikaans zijn. Naar het oudste schoolgebouw, en het oudste huis, enz.
Wel typisch Amerikaans is het schitterende, grootse Flagler College, een voormalig hotel, door de miljonair Flagler opgetrokken, en na een eeuw door de universiteit gekocht. Ik moet eerlijk bekennen dat ik puur nostalgisch werd, toen ik die jonge studenten in deze omgeving bezig zag. De toekomst van dit land gedragen door de erfenis van het verleden.
En met diezelfde weemoed hebben we de dag afgesloten met een wandeling langs het strand, tot de zon nog eens onderging...
Saint Augustine, de oudste -sinds 1566- 'blijvende' nederzetting in de States, is Spaans, Brits, nog eens Spaans, en ten slotte Amerikaans grondgebied geworden. De stad heeft dus van alles uit het verleden bewaard, en heeft daarmee een gepriviligieerde status in een natie die heel 'jong' is. De stad gaat daar duidelijk prat op en blijft het verleden uitbeelden in alle mogelijke vormen.
In het Castillo di San Marco, een nooit veroverd fort, spelen oude jongens dag na dag de geschiedenis na. Ze laten de busladingen schoolkinderen zien hoe de nederzetting vroeger verdedigd werd.
En op dezelfde aandoenlijke manier toont men een smid, een leerlooier, een houtbewerker, een rijker echtpaar met slavin uit de plantagetijden, een musketier, enzovoort. In heel het stadje dwalen figuren rond die zo uit de geschiedenis weggelopen zijn.
En zo hebben we zelf ook gezworven doorheen de Spaanse Quarters, die ons onweerstaanbare herinneringen uit onze kindertijd opleverden: een kolenkot bijvoorbeeld.
Al bij al liepen we uren rond door de geschiedenis van een oude 'Europese' stad met een mengeling van gerestaureerde Spaanse en Britse huizen, in smalle straatjes die zeer onkarakteristiek Amerikaans zijn. Naar het oudste schoolgebouw, en het oudste huis, enz.
Wel typisch Amerikaans is het schitterende, grootse Flagler College, een voormalig hotel, door de miljonair Flagler opgetrokken, en na een eeuw door de universiteit gekocht. Ik moet eerlijk bekennen dat ik puur nostalgisch werd, toen ik die jonge studenten in deze omgeving bezig zag. De toekomst van dit land gedragen door de erfenis van het verleden.
En met diezelfde weemoed hebben we de dag afgesloten met een wandeling langs het strand, tot de zon nog eens onderging...
woensdag 2 maart 2011
Apalachicola Forest
Onze exploratie vandaag gold het Apalachicola Forest - een deel ervan althans, want het hele bos is 2286 km2 groot. Het is een verzameling van moerasgebieden en wouden - noga&l veel met dennensoorten en cypressen. Het is eigenlijk niet 'dicht'gegroeid, en daardoor kregen we veel licht door op onze wandeling. Eigenlijk zou het een perfecte plek zijn voor de scouts om hun zomerkampen te organiseren.
We hebben drie trajectjes gestapt. Het eerste was 7 km door een dennenwoud - aangenaam wandelen, omdat we een idee kregen van hoe het gebied eruitzag. We moesten blauwe pijltjes op de bomen volgen, en ik moet eerlijk toegeven dat ik na anderhalf uur stappen in een identieke omgeving begon te vrezen dat we verloren gelopen waren, en dat we voor de rest van ons dagen onze uitweg uit het bos zouden moeten zoeken. We waren ook de enige wandelaars (op de parking stond maar 1 auto!!!): er was dus weinig kans dat iemand ons zou vinden. Maar net toen ik de wanhoop nabij was, dook het einde van het pad op.
Ons tweede verkenninkje was langs het water van de baai. Toen kreeg Donald de schrik te pakken, doordat we door los zand naar de start moesten rijden (ettelijke kilometers ver - de afstanden zijn hier zeer royaal). Maar we zijn niet blijven steken, en we konden verder naar de volgende halte.
Dat was Tate's Hell (naar een zekere Tate die er verlorenliep, gebeten werd door een slang en er het loodje bij legde, toen hij uit de 'hel' kwam. Dat stukje woud was dichter, met meer ondergroei en minder grote bomen. Daarmee hebben we voor eventjes wel ons deel van de natuurexploratie gedaan. Morgen rijden we 500 km naar St. Augustine, het oudste stadje van Florida, en daar gaan we even de culturele toer op.
dinsdag 1 maart 2011
Apalachicola en de Barrier Islands
Apalachicola is een 'oud' stadje in het noorden van Florida, waar men hard aan het werk is om het bouwkundig erfgoed te restaureren. De B&B waar we nu logeren is er een geslaagd voorbeeld van.
Vandaag moest een rustdag worden met veel ge'rust' op het strand op een van de barrière-eilanden hier vlakbij. Maar ja, dat paradijselijk strand lag in een reservaat, en nu we hier toch waren, konden we best een van de uitgestippelde wandelingen doen. Zal ik meteen maar vermelden dat we weer heerlijk warm weer hadden? Toch zijn we ternauwernood aan een ramp ontsnapt. Op de terugweg van onze wandeling trapte ik ei zo na NIET op een slang, die daardoor evenwel toch in staat van paraatheid schoot.
De muil wijd open, was ze klaar om het gevaar te trotseren. Ik liep luid gillend weg. Donald niet. Die vond een slang in staat van alarm bijzonder boeiend en wou dat natuurfenomeen dringend van dichtbij bekijken, wat mij nog wat luider deed gillen. Ik moest het niet beleven dat hij een dodelijke beet kreeg op 3 km van de dichtstbije alarmpost. Doodkalm nam hij echter een stokje om dat monster even onder de kin te 'aaien', waardoor ik uiteraard bijna hysterisch werd. Om een lang verhaal kort te maken, we zijn beiden heelhuids ontsnapt en hebben aansluitend van een siësta op het strand genoten.
Daarna zijn we, na een pauze in de B&B, naar het 'mooiste strand van Florida' (volgens een onderzoek) -St. Joseph's Island- gereden. Dat was zomaar even een goeie 40 km van onze standplaats gelegen. Ik heb gisteren over de huizen op pootjes gesproken. Welnu, een groot deel van de weg naar onze idyllische plaats was afgebakend door dit type huizen - de projectontwikkelaars zijn goed bezig met de verovering van de natuurgebieden (zucht).
Onze lange tocht naar het strand was wel de moeite waard en we hebben er gewandeld tot bij zonsondergang. Op de terugweg vroegen we ons af of we dit soort excentriek gedrag (85 km rijden om een strandwandeling te doen) ook in België zouden doen. Een toerist is duidelijk toch wel een beetje gestoord, is het niet?
maandag 28 februari 2011
Wakulla Springs State Park
Met pijn in het hart hebben we het heerlijke strand van de Gulf Coast vaarwel gezegd om de lange tocht (meer dan 500 km) naar het noorden van Florida aan te vangen. De eerste 100 km was dat tegen 50 per uur - ik dacht even dat men Tobback vanuit Leuven naar hier had overgeplaatst om het verkeer te stremmen... Maar toen de grote agglomeraties achter de rug waren, ging het alsmaar vlotter - o.a. dank zij het feit dat we hier en daar een snelheidsbeperking aan onze laars gelapt hebben. Veel tijd om de toerist uit te hangen was er niet: we hebben onszelf enkel een paar uur in Wakulla Springs State Park gepermitteerd. Wakulla Springs is een zoetwaterbron die zomaar even 1 miljoen liter water per dag produceert vanop een diepte van 60 meter.
Op de rivier hebben we ons in een boot laten rondleiden, en we vielen opnieuw van de ene verbazing in de andere. Het zat er weer tjokvol met watervogels, maar ook met bijv. schildpadden en alligators.
Op de weg naar de B&B, een mooie straat vlak naast het water van de Golf van Mexico, hebben we de eerste regendruppeltjes van de reis gekregen. Niet dat we daar veel op gelet hebben, want we keken onze ogen uit op de schitterende paalwoningen bij het water. Was het niet zo laat geweest, ik had er ettelijke foto's van gemaakt. Misschien komt dat later nog wel...
Iets helemaal anders is me trouwens ook opgevallen, doordat het zo verschillend is van onze gewoontes: langs alle wegen krijg je massa's reclamborden. Als dat nu voor CocaCola of voor Chrysler of zo is, dan registreer ik dat niet meer. Maar hier krijg je op levensgrote reclameborden publiciteit voor vasectomie, voor plastische chirurgie en orthodontie. En massa's advocatenkantoren zoeken cliënten die een klacht willen indienen omwille van een 'injury' of een verkeerde medische handelig of een veroordeling of zo. Ik zat zo te denken: als die cliënten een klacht indienen, dan betalen ze wellicht meer aan de advocaat dan ze ooit als schadevergoeding zullen terugkrijgen... O tempora, o mores...
Op de rivier hebben we ons in een boot laten rondleiden, en we vielen opnieuw van de ene verbazing in de andere. Het zat er weer tjokvol met watervogels, maar ook met bijv. schildpadden en alligators.
Op de weg naar de B&B, een mooie straat vlak naast het water van de Golf van Mexico, hebben we de eerste regendruppeltjes van de reis gekregen. Niet dat we daar veel op gelet hebben, want we keken onze ogen uit op de schitterende paalwoningen bij het water. Was het niet zo laat geweest, ik had er ettelijke foto's van gemaakt. Misschien komt dat later nog wel...
Iets helemaal anders is me trouwens ook opgevallen, doordat het zo verschillend is van onze gewoontes: langs alle wegen krijg je massa's reclamborden. Als dat nu voor CocaCola of voor Chrysler of zo is, dan registreer ik dat niet meer. Maar hier krijg je op levensgrote reclameborden publiciteit voor vasectomie, voor plastische chirurgie en orthodontie. En massa's advocatenkantoren zoeken cliënten die een klacht willen indienen omwille van een 'injury' of een verkeerde medische handelig of een veroordeling of zo. Ik zat zo te denken: als die cliënten een klacht indienen, dan betalen ze wellicht meer aan de advocaat dan ze ooit als schadevergoeding zullen terugkrijgen... O tempora, o mores...
zondag 27 februari 2011
St. Petersburg en Treasure Island
St. Petersburg is de stad van de oudjes. Op een bepaald ogenblik nog niet zo lang geleden was de gemiddelde leeftijd 50 jaar (heb ik ergens gelezen). Het is dus een plaats waar wij perfect met de lokale populatie versmelten . Dus hebben we vandaag op ons dooie gemak het leefpatroon van Amerikaanse seniors gevolgd. Na het ontbijt een wandelingetje op het strand van Treasure Island, daarna wat rondstruinen op de Pier van Sint Petersburg,
en aansluitend onder de hete middagzon een wandelingetje in de Sunken Gardens, een park gemaakt op een uitgedroogd meer.
Waar we onze Amerikaanse collega's niet in gevolgd zijn, is in het eten van een uitgebreide ladingzoetigheden tussendoor; en nog veel minder in het hardnekkig joggen (hartslagmeter om de arm) in deze hitte. Voor dat laatste moet je echt een gezondheidsbrainwash gekregen hebben.
Waar we de rest van onze middag (schandalig) mee gevuld hebben, is met shoppen in een van die reusachtige 'shopping malls'. Pure noodzaak, laat ik maar zeggen. We hadden het in het killige België niet kunnen bedenken dat tussenseizoenkleren niet erg geschikt waren voor hoogzomerwarmte. Tja, en dus dreigden we door onze propere garderobe te geraken. We hadden hier natuurlijk wel de was kunnen doen (wassen en drogen in de hotelwasruimte), maar dan moesten we dan ook nog de strijk doen, en dat nam allemaal te veel tijd in beslag. Dus hebben we ons elk wat meer geschikte kleren aangeschaft...
De actieve dag werd beëindigd met nog een pootjebadensessie op het strand (achtertuin van het hotel), en op dat ogenblik legde de zon zich te ruste...
zaterdag 26 februari 2011
De Gulf Coast
Sanibel Island is het meest bekend voor zijn overvloed aan schelpen. Vooral 's morgens komen daar massa's strandjutters om de nieuw aangespoelde aanwinst te komen verzamelen. Dat hebben we dus niet gedaan.
We zijn wel naar een schitterend natuurreservaat gegaan, het Ding 'Darling' Refuge, een mangrovewoud met onvoorstelbaar veel vogels. Een mangrovewoud is een bos in de kuststreek. De bomen staan met lange steltwortels in het water, dat op zijn beurt een kweekvijver voor vissen is (het krioelt er werkelijk van) en dat is dan vervolgens een aantrekkingspool voor watervogels.
Het 'refuge' is het levenswerk van een zekere Ding, die dat stuk land eigenhandig gekocht heeft -en dus gevrijwaard heeft van projectontwikkelaars-, en er vervolgens een reservaat heeft van gemaakt. Tot ons groot plezier, overigens, want anders stond dat stuk eiland nu helemaal vol met vakantiehuizen en was er van de natuur weinig overgebleven.
Maar waar Donald nog het meest heeft naar uitgezien, is het ultra-brede strand op Treasure Island, waar hij vandaag in het helledonker nog tot aan het water gelopen is. Ons hotel paalt aan dat strand, en dat heeft niet weinig charme. Een foto volgt later nog!
vrijdag 25 februari 2011
allemaal beestjes en plantjes
De laatste twee dagen waren de fauna- en floradagen.
Van de beestjes kregen we spontaan een beperkte variatie van klein naar groot te zien.
Dat het om een kleine variatie ging, heeft te maken met het feit dat we niet voor dag en dauw op stap gingen. De manatee (waarvoor we toch een behoorlijk aantal kilometers extra omgereden hebben) was bijvoorbeeld naar het jachtgebied voor zijn dagelijks brood getrokken, en zou pas na de dagtaak terugkeren. Zo lang wilden we niet met onze duimen zitten draaien. Wie wel op onze weg zat, was een van die kleurige sprinkhanen die we in 1996 met massa's in de Everglades rond onze oren kregen.
En op een wandeling door Lover's Keys kwam een schidpad parmantig voor onze voeten geschuifeld.
De slangen in Big Cypress Reserve bleven gelukkig in het water, en de aligators ook.
Vooral de vogels waren alomtegenwoordig: vandaag liepend de pelikanen vlotjes het strand op en de reigers, ibissen en andere zijn niet meer te tellen. Heerlijk om al die watervogels aan het werk te zien.
Ook de plantjes waren indrukwekkend. De Everglades hebben we vroeger al gezien, maar de moerassen en mangrovewouden zijn hier overal vertegenwoordigd. Big Cypress stond op ons programma, ook al staan in het winterseizoen de bomen niet met hun voeten in het water.
Merkwaardig vonden we ook de 'strangler fig', die vanuit een zaadje op een (andere) boom wortels schiet, en de gastheer verstikt.
De 'lettuce lakes' uit Corkscrew Sanctuary bleven even indrukwekkend als in 1996, al waren ze toen wat groener. Maar de fotograaf in mij kon weer niet ophouden met plaatjes schieten over de combinatie van water en planten.
En natuurlijk blijft de banyan tree van Edison de koning aller bomen hier: reusachtig met zijn uitgebreide collectie van bijkomende wortels - en meer dan de moeite om nog eens te gaan be'zoeken' !!!
Van de beestjes kregen we spontaan een beperkte variatie van klein naar groot te zien.
Dat het om een kleine variatie ging, heeft te maken met het feit dat we niet voor dag en dauw op stap gingen. De manatee (waarvoor we toch een behoorlijk aantal kilometers extra omgereden hebben) was bijvoorbeeld naar het jachtgebied voor zijn dagelijks brood getrokken, en zou pas na de dagtaak terugkeren. Zo lang wilden we niet met onze duimen zitten draaien. Wie wel op onze weg zat, was een van die kleurige sprinkhanen die we in 1996 met massa's in de Everglades rond onze oren kregen.
En op een wandeling door Lover's Keys kwam een schidpad parmantig voor onze voeten geschuifeld.
De slangen in Big Cypress Reserve bleven gelukkig in het water, en de aligators ook.
Vooral de vogels waren alomtegenwoordig: vandaag liepend de pelikanen vlotjes het strand op en de reigers, ibissen en andere zijn niet meer te tellen. Heerlijk om al die watervogels aan het werk te zien.
Ook de plantjes waren indrukwekkend. De Everglades hebben we vroeger al gezien, maar de moerassen en mangrovewouden zijn hier overal vertegenwoordigd. Big Cypress stond op ons programma, ook al staan in het winterseizoen de bomen niet met hun voeten in het water.
Merkwaardig vonden we ook de 'strangler fig', die vanuit een zaadje op een (andere) boom wortels schiet, en de gastheer verstikt.
De 'lettuce lakes' uit Corkscrew Sanctuary bleven even indrukwekkend als in 1996, al waren ze toen wat groener. Maar de fotograaf in mij kon weer niet ophouden met plaatjes schieten over de combinatie van water en planten.
En natuurlijk blijft de banyan tree van Edison de koning aller bomen hier: reusachtig met zijn uitgebreide collectie van bijkomende wortels - en meer dan de moeite om nog eens te gaan be'zoeken' !!!
woensdag 23 februari 2011
Miami
Een stad van 3 miljoen zielen op twee dagen verkennen is zo onmogelijk als de zee in een putje scheppen. En dus zochten we een algemene inleiding onder de vorm van een geleide bus- en boottocht door en rond de stad. Op die manier kregen we de algemene synthese van de stad op een schoteltje. Voor wie de stad wat kent: we kwamen in Coral Gables tussen de villa's van de rijken, Coconut Grove met de schitterende banyan-tree-laan, Little Havanna met de Cubanen die Castro's communisme ontvlucht zijn en nog ijverig sigaren produceren
en South Beach met het Art Deco District; en we maakten een boottocht door de haven en rond de eilanden van de superrijken met hun optrekjes van 25 à 40 miljoen dollar... Elk stadsdeel heeft zo zijn eigen karakter en vergt verdere verkenning.
Op onze tweede dag kozen we voor een rustige ontdekking van het Art Deco District, dat zomaar even 500 art deco huizen bevat (en dus een regelrechte beproeving voor de amateur-fotograaf in mij, die alles wel voor de eeuwigheid zou willen vastleggen). Ik heb altijd al van die bouwstijl gehouden, ook al omdat hij zoveel oog voor details heeft. De foto's hieronder tonen het Cardozo Hotel, een strandhuisje, en een detail van het Lincoln center.
Beklijvend is ook het Holocaust Memorial, een indrukwekkend sculptureel geheel over de vernietigingskampen dat een visueel verhaal over de slachtoffers brengt.
Al even onweerstaanbaar was het reusachtige strand van Miami Beach, waar alles wat jong en mooi en geolied en afgetraind is, zichzelf tentoonstelt of op zoek is naar de 'catch of the day'.
Donald kon op de strandlaan zijn ogen niet afhouden van de Segways, van die (ik zou bijna zeggen 'Benidorm Bastards) karretjes om je te voet op rolletjes snel te verplaatsen zonder een inspanning te doen. Voor 30 $ per uur mag je het uittesten.
We hebben dat wel niet gedaan, maar zijn voorbeeldig langs de dijk verdergelopen, onder een schroeihete zon en een staalblauwe lucht.
Voor hem kon de dag niet meer stuk, toen hij zijn GNC-winkel vond die hem een voorraad vitamines en mineralen bezorgde.
Miami is een explosie van kleuren, geluiden, geuren... De drukte op alle vlakken is oogverblindend en oorverdovend. Het flasht er zonder onderbreking reclameboodschappen, en elke café, winkel, boot vindt het nodig om (luide) achtergrondmuziek te produceren. Geen plaats voor gevoelige zielen die op zoek zijn naar rust. Maar het bruist er van leven en je wordt er mee ingezogen. Ik heb het (onbewijsbare) gevoel dat alles in Miami jong is, en levenslustig, en aantrekkelijk - en het leven gulzig in de hand heeft. En de zorgen even voor later laat - dan is er nog tijd genoeg...
en South Beach met het Art Deco District; en we maakten een boottocht door de haven en rond de eilanden van de superrijken met hun optrekjes van 25 à 40 miljoen dollar... Elk stadsdeel heeft zo zijn eigen karakter en vergt verdere verkenning.
Op onze tweede dag kozen we voor een rustige ontdekking van het Art Deco District, dat zomaar even 500 art deco huizen bevat (en dus een regelrechte beproeving voor de amateur-fotograaf in mij, die alles wel voor de eeuwigheid zou willen vastleggen). Ik heb altijd al van die bouwstijl gehouden, ook al omdat hij zoveel oog voor details heeft. De foto's hieronder tonen het Cardozo Hotel, een strandhuisje, en een detail van het Lincoln center.
Beklijvend is ook het Holocaust Memorial, een indrukwekkend sculptureel geheel over de vernietigingskampen dat een visueel verhaal over de slachtoffers brengt.
Al even onweerstaanbaar was het reusachtige strand van Miami Beach, waar alles wat jong en mooi en geolied en afgetraind is, zichzelf tentoonstelt of op zoek is naar de 'catch of the day'.
Donald kon op de strandlaan zijn ogen niet afhouden van de Segways, van die (ik zou bijna zeggen 'Benidorm Bastards) karretjes om je te voet op rolletjes snel te verplaatsen zonder een inspanning te doen. Voor 30 $ per uur mag je het uittesten.
We hebben dat wel niet gedaan, maar zijn voorbeeldig langs de dijk verdergelopen, onder een schroeihete zon en een staalblauwe lucht.
Voor hem kon de dag niet meer stuk, toen hij zijn GNC-winkel vond die hem een voorraad vitamines en mineralen bezorgde.
Miami is een explosie van kleuren, geluiden, geuren... De drukte op alle vlakken is oogverblindend en oorverdovend. Het flasht er zonder onderbreking reclameboodschappen, en elke café, winkel, boot vindt het nodig om (luide) achtergrondmuziek te produceren. Geen plaats voor gevoelige zielen die op zoek zijn naar rust. Maar het bruist er van leven en je wordt er mee ingezogen. Ik heb het (onbewijsbare) gevoel dat alles in Miami jong is, en levenslustig, en aantrekkelijk - en het leven gulzig in de hand heeft. En de zorgen even voor later laat - dan is er nog tijd genoeg...
Abonneren op:
Posts (Atom)